1. Kijkgedrag
Dé hoofdreden om te zakken voor het rijexamen is dat de kandidaat te laat of niet bewust waarneemt. Daardoor worden er fouten gemaakt die niet meer te herstellen zijn, zoals bijvoorbeeld niet stoppen voor een rood verkeerlicht of geen voorrang verlenen.
Bewust en op tijd waarnemen is belangrijk om tijd genoeg te hebben om elke verkeerssituatie veilig te kunnen oplossen. Daarom moet je breed en ver vooruit kijken. Het is hét verschil tussen veilig thuiskomen of betrokken raken bij een ongeluk (of slagen of zakken). Waarnemen gebeurt niet alleen voor je, maar helemaal om je heen. Vooral als je een manoeuvre uitvoert zoals afslaan of zijdelings verplaatsen (inhalen, wisselen van rijstrook). Op de juiste manier je spiegels gebruiken hoort dus ook bij goed waarnemen.
Wil je weten wat je juist wél moet doen tijdens je rijexamen, lees dan 5 Tips voor het slagen voor je rijexamen
2. Plaats op de weg
Het gebeurt vaak dat tijdens een rijexamen het ruimtekussen rondom het voertuig te klein is. Daardoor wordt er vaak te dicht langs obstakels of andere weggebruikers gereden. Ook de positie in het midden van de rijstrook tijdens het rijden van bochten en rechte wegen is vaak moeilijk. De kandidaat lukt het dan niet om binnen de lijnen te blijven. Vaak is de oorzaak spanning, waardoor het stuur te strak wordt vastgehouden en het voertuig met de kijkbewegingen
Als laatste hangt de juiste plaats op de weg af van de situatie die wordt genaderd. Zorg dat je genoeg rechts houdt bij tegemoetkomend verkeer of rijd juist in het midden als er scherpe wegverkanting is. Die situatie is er als bijvoorbeeld de berm een stuk lager ligt dan het wegdek.
3. Snelheid
De laatste belangrijke oorzaak om te zakken is de snelheid. Vaak is de snelheid te hoog of juist te laag voor de situatie. Het is tijdens elke rit belangrijk dat je zelfstandig rijdt en dat die veilig is met genoeg doorstroming. De snelheid is vaak te laag bij het invoegen op de autosnelweg, waardoor het lastig wordt om het juiste moment van invoegen te kiezen tussen het andere verkeer. Ook is de snelheid bij sommige kandidaten te laag als er net een complexe situatie is geweest. Vaak evalueer je de voorgaande situatie in je hoofd, terwijl je ‘vergeet’ weer gas te geven en eigenlijk alweer op een rechte weg rijdt waar je de maximumsnelheid kunt rijden.
Te snel wordt er gereden in situaties die te ingewikkeld zijn om vlot op te lossen. Bijvoorbeeld als er weinig overzicht is, of veel verkeer. Het gevaar is dan dat je niet meer op tijd kunt stoppen als dat nodig is. De oorzaak hiervan is het niet goed plannen en kan gebeuren als je te laat of niet bewust waarneemt. Als je door slecht zicht namelijk een zijstraat over het hoofd ziet, dan kan het zijn dat je te laat bent om voorrang te verlenen als dat nodig is wanneer er toch een bestuurder nadert. Het kan ook zijn dat je nog geen plannetje had gemaakt, omdat je niet had bedacht wie er in een bepaalde situatie eerst mag.